Home>Bloggen>Veiligheidsregels voor het bedienen van bovenloopkranen: belangrijke normen voor veilige en conforme bediening
Veiligheidsregels voor het bedienen van bovenloopkranen: belangrijke normen voor veilige en conforme bediening
Frida
Belangrijkste punten van veilige bedieningsprocedures,Veiligheidsregels voor het bedienen van bovenloopkranen
Inhoudsopgave
Het waarborgen van de veilige bediening van bovenloopkranen is niet alleen essentieel voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, maar ook voor het handhaven van de productiecontinuïteit, het verlengen van de levensduur van apparatuur en het waarborgen van wettelijke naleving. Relevante nationale en internationale regelgeving en normen bieden belangrijke richtlijnen voor de veilige bediening van bovenloopkranen. Deze omvatten de Chinese veiligheidsvoorschriften GB/T 6067 voor kranen, de Amerikaanse OSHA 1910.179 en internationale normen zoals ISO 9927. De implementatie van deze normen helpt bedrijven het risico op ongevallen te verminderen en de productie-efficiëntie te verbeteren.
Veiligheidsregels voor het bedienen van bovenloopkranen
Om de veilige werking van bovenloopkranen in de praktijk te garanderen, hebben diverse landen en regio's bijbehorende regelgeving en normen opgesteld. Kennis van deze normen is essentieel voor naleving en veilige werking.
Dit is een van de belangrijkste veiligheidsnormen voor bovenloopkranen in China. Het beschrijft de veiligheidseisen voor het bedienen, installeren en inspecteren van kranen, inclusief de kwalificaties van de machinist, de veiligheidslimieten van de apparatuur en de beschermende maatregelen tijdens het gebruik.
Deze regelgeving vormt een cruciale wettelijke basis voor het toezicht op en beheer van speciale apparatuur, waaronder bovenloopkranen, binnen het Chinese wettelijke kader. Ze vereist dat alle fasen van de levenscyclus van de kraan – ontwerp, productie, installatie, bediening, onderhoud en buitengebruikstelling – moeten voldoen aan de nationale veiligheidsnormen. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van de nodige veiligheidstrainingen aan operators en het uitvoeren van regelmatige inspecties en onderhoud van hijsapparatuur.
De norm 1910.179, uitgegeven door de Occupational Safety and Health Administration (OSHA), is een verplichte vereiste voor het gebruik van bovenloopkranen en portaalkranen. Deze norm wordt veel toegepast in de maakindustrie en de bouw. De norm stelt strenge eisen aan het gebruik van bovenloopkranen, met name wat betreft de training van machinisten, routinematige inspecties van apparatuur en de beheersing van de werkomgeving.
De ISO 9927-norm, gepubliceerd door de International Organization for Standardization (ISO), richt zich primair op de periodieke inspectie van kranen en de eisen die aan de machinist worden gesteld. De nadruk ligt op machinistencertificering en geplande inspecties om ervoor te zorgen dat kranen tijdens bedrijf veilig blijven werken.
Belangrijkste punten van veilige bedieningsprocedures voor bovenloopkranen
Het implementeren van veilige bedieningsprocedures voor bovenloopkranen vereist een grondige voorbereiding en effectief beheer op meerdere vlakken. Hieronder volgen de belangrijkste punten voor het garanderen van veilige kraanbediening:
Vereisten en kwalificaties voor operators
Referentie: GB/T 6067 Veiligheidsregels voor kranen
Machinisten staan centraal in de veiligheid van bovenloopkranen. Volgens GB/T 6067 en OSHA 1910.179 moeten machinisten van bovenloopkranen een gespecialiseerde technische training volgen en de juiste certificering behalen voordat ze de apparatuur mogen bedienen.
Deze training omvat doorgaans:
Basisprincipes van kraanbediening
Praktische operationele vaardigheden
Noodmaatregelen
Gekwalificeerde operators moeten de apparatuur vakkundig kunnen bedienen, effectief kunnen reageren op noodsituaties en begrijpen hoe ze de veiligheid onder verschillende werkomstandigheden kunnen waarborgen. Na de initiële training moeten operators zich regelmatig bijscholen en beoordelen om een hoog niveau van competentie in de dagelijkse werkzaamheden te behouden.
Verantwoordelijkheden van de operator
Referentie: GB/T 6067 Veiligheidsregels voor kranen
Machinisten moeten de instructies van de fabrikant volgen en zich houden aan het veiligheidsbeleid op de werkplek om de veilige bediening van de kraan te garanderen. Behalve in het geval van een stopsignaal – dat altijd moet worden opgevolgd – dienen machinisten duidelijk herkenbare signalen van aangewezen riggers of seiners op te volgen.
Exploitanten moeten aan de volgende criteria voldoen:
Beschikken over de vereiste educatieve achtergrond
Minimaal 18 jaar oud zijn
Beschikken over voldoende zicht, gehoor en reflexen om de taak veilig uit te voeren
Fysiek fit zijn om hefwerktuigen te bedienen
Het vermogen hebben om afstanden, hoogtes en spelingen in te schatten
Professioneel getraind zijn in het gebruik van de kraan die wordt bediend, met een grondige kennis van de veiligheidsvoorzieningen
Getraind zijn in het gebruik van handsignalen voor hijswerkzaamheden en in staat zijn om commando's van riggers of seiners te begrijpen en op te volgen
Vertrouwd zijn met de brandblusapparatuur aan boord en getraind zijn in het gebruik ervan
Kennis hebben van noodresponsprocedures en evacuatiemethoden
In het bezit zijn van geldige kwalificaties voor het bedienen van kranen (met uitzondering van de opleiding tot bediener onder professioneel toezicht)
Machinisten van bovenloopkranen moeten professioneel zijn opgeleid
Opmerking: De geldigheidsduur van het gezondheidscertificaat waarin de geschiktheid voor het bedienen van de kraan wordt bevestigd, mag niet langer zijn dan vijf jaar.
Algemene vereisten voor veilige kraanbediening
Machinisten mogen zich tijdens het bedienen van de kraan niet bezighouden met afleidende activiteiten.
Kranen mogen niet worden bediend als de bestuurder fysiek of mentaal ongeschikt is
Operators moeten de hijssignalen van het aangewezen personeel opvolgen. Indien geen signaalgever wordt gebruikt, is de operator volledig verantwoordelijk voor de hijstaak.
Stopsignalen van wie dan ook moeten onmiddellijk worden opgevolgd, ongeacht de bron
Operators zijn verantwoordelijk voor alle handelingen die direct onder hun controle vallen. Bij vermoeden van onveilige situaties dient de operator het management te raadplegen voordat hij met de hijswerkzaamheden begint.
Veilige verbinding tussen hijsband en last
Exploitanten moeten zich houden aan het no-go zone-principe
Dagelijkse operationele vereisten voor bovenloopkranen
Referentie: GB/T 6067 Veiligheidsregels voor kranen
Om de stabiliteit van de apparatuur en de veiligheid van de lading te garanderen, moet het bedienen van een bovenloopkraan strikt volgens gestandaardiseerde procedures verlopen. Hieronder vindt u de essentiële veiligheids- en operationele vereisten op basis van GB/T 6067 Veiligheidsregels voor kranen en andere gangbare praktijken:
Algemene veiligheidseisen voor kraanbediening
Tijdens het bedienen van de kraan mogen bestuurders zich niet bezighouden met taken die afleidend kunnen zijn.
Kranen mogen niet bediend worden als de machinist hier lichamelijk of geestelijk niet geschikt voor is.
De machinist moet de hijssignalen van het aangewezen personeel opvolgen. Indien geen signaalgever wordt gebruikt, is de machinist volledig verantwoordelijk voor de hijsoperatie.
Stopsignalen van welke persoon dan ook moeten onmiddellijk worden opgevolgd, ongeacht wie ze geeft.
Operators zijn verantwoordelijk voor de handelingen die onder hun directe controle vallen. Als ze een onveilige situatie vermoeden, moeten ze het management raadplegen voordat ze de lift in gebruik nemen.
Inspectie en installatie vóór het hijsen
Voordat een hijsoperatie wordt gestart, moeten operators het volgende controleren:
Staalkabels en hijskettingen mogen niet gedraaid of geknikt zijn.
Meerdere staalkabels of kettingen mogen niet in elkaar verstrengeld raken.
Lasten die met haken worden gehesen, moeten zo min mogelijk draaien.
Indien u merkt dat de kabels slap hangen, moeten deze worden bijgesteld om de speling op de trommels of katrollen te verhelpen.
Er moet rekening worden gehouden met de invloed van wind op de last en de kraan.
De last mag niet vastzitten of aan andere voorwerpen vastzitten.
Voorzorgsmaatregelen tijdens hijswerkzaamheden
Vermijd plotseling versnellen of vertragen bij het tillen van lasten.
De last en de staalkabel mogen niet langs obstakels schuren of ermee in botsing komen.
Kranen zonder achteruitremfunctie mogen niet worden gestopt door de motor in omgekeerde richting te draaien, behalve in noodgevallen.
Het zijwaarts trekken of slepen van lasten is ten strengste verboden (tenzij de kraan voor dergelijke handelingen is ontworpen).
Verplaats nooit lasten over personeel heen.
Wanneer u bijna de nominale capaciteit tilt, til dan langzaam en voer een testlift uit die iets boven de grond hangt, om de remwerking te controleren.
Vermijd plotseling starten of stoppen tijdens het draaien, oplopen of rijden. Controleer de hefsnelheid om de slingering van de last binnen veilige grenzen te houden. Gebruik waarschuwingsborden of visuele markeringen als slingering een risico vormt.
Beperkte zones en verboden handelingen
Niemand mag onder een hangende last staan.
Er mogen geen handelingen worden uitgevoerd totdat de last volledig op de grond is neergelaten.
Machinisten en ondersteunend personeel moeten buiten de werkradius van de kraan blijven om botsingen of ongevallen met vallende lasten te voorkomen.
De lading mag niet over het personeel heengaan
De kraan vastzetten als deze niet in gebruik is
Voordat de machinist de kraan onbeheerd achterlaat, moet hij:
Laat de lading helemaal op de grond zakken, en laat deze nooit zweven.
Zet de remmen aan of plaats veiligheidssloten op de rijmechanismen.
Hijs het hijsgereedschap naar de aangegeven hoogte.
Schakel de stroomvoorziening uit of ontkoppel de hoofdkoppeling, indien van toepassing.
Zet alle bedieningshendels op de ‘nul’- of neutrale positie.
Zorg ervoor dat de kraan goed vastzit, zodat hij niet per ongeluk kan bewegen.
Als het apparaat door een motor wordt aangedreven, zet u de motor uit.
Gebruik voor buitenkranen railklemmen of vergelijkbare hulpmiddelen om de kraan vast te zetten bij harde wind of wanneer de kraan niet in gebruik is.
Als er waarschuwingssignalen zijn die aangeven dat er problemen zijn met de stroomonderbreker of de startbediening, mag de machinist de kraan niet starten voordat bevoegd personeel het alarm heeft verholpen.
Voordat u de kraan onder spanning zet of bedient, dient u ervoor te zorgen dat alle controllers in de neutrale stand staan en dat al het personeel zich in de veilige zone bevindt.
Het hanteren van de lading
Referentie: OSHA 1910.179
Het correct hanteren van lasten is cruciaal voor de veilige werking van bovenloopkranen. De volgende belangrijke procedures, afgeleid van OSHA 1910.179, dragen bij aan een veilige en stabiele verplaatsing van lasten:
Gecentreerde lasten: De last moet altijd direct onder de hijshaak worden geplaatst om zijwaartse trekkrachten te voorkomen. Zijwaartse trekkrachten veroorzaken gevaarlijke zijwaartse krachten die schade aan de apparatuur of constructiefalen kunnen veroorzaken.
Het hijsen van de last: Lasten moeten gecontroleerd en soepel verticaal worden gehesen. Elke afwijking kan ervoor zorgen dat de last slingert of ongecontroleerd beweegt, wat het risico op ongevallen vergroot.
De lading vastzetten: Operators mogen nooit lasten over personeel of actieve werkgebieden tillen. Dit vermindert het risico op ernstig letsel bij een vallende last of een defect aan de apparatuur.
Beweging stoppen: Plotselinge stops, starts of richtingsveranderingen moeten worden vermeden. Deze handelingen kunnen de stabiliteit van de kraan en de last in gevaar brengen, wat kan leiden tot onveilige situaties.
Obstakels vermijden: Tijdens het gebruik moeten zowel de kraan als de last zo worden verplaatst dat de rijroute vrij blijft van obstakels, constructies of andere apparatuur. Dit minimaliseert de kans op botsingen of verstrengeling.
Veiligheidsvoorzieningen en inspectiemethoden voor bovenloopkranen
Referentie: ISO 9927
Het waarborgen van de veilige werking van bovenloopkranen is sterk afhankelijk van de goede werking van beschermende veiligheidsvoorzieningen en de implementatie van strenge inspectieprotocollen. Deze maatregelen werken samen om potentiële gevaren vroegtijdig te detecteren en ongevallen door apparatuurstoringen of menselijke fouten te voorkomen.
Belangrijkste veiligheidsvoorzieningen
Antibotsingssystemen
Voorkom dat kranen botsen met obstakels of andere kranen in omgevingen met meerdere kranen. Deze systemen kunnen de kraan automatisch vertragen of stoppen wanneer er een botsingsrisico wordt gedetecteerd.
Eindschakelaars
Beperk het bewegingsbereik bij het hijsen, verplaatsen of verplaatsen om overbelasting of mechanische overbelasting te voorkomen. Veelvoorkomende typen zijn:
Hijsbegrenzers (boven/onder haakpositie)
Eindschakelaars voor de reis
Begrenzers voor het zwenk- of wipbereik
Overbelastingsbeveiligingsapparaten
Stopt automatisch de hijswerkzaamheden als de last de nominale capaciteit van de kraan overschrijdt, waardoor structurele of mechanische storingen worden voorkomen. Deze systemen beschermen zowel apparatuur als personeel tegen overbelastingsrisico's.
Inspectiemethoden
Routinematige inspecties zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat kranen veilig blijven werken. ISO 9927 beschrijft verschillende inspectiemethoden:
Visueel onderzoek
Elk onderdeel van de kraan moet visueel worden geïnspecteerd op afwijkingen of afwijkingen van de standaardomstandigheden.
Methoden kunnen bestaan uit visuele controles, hamertesten of dimensionale metingen.
Normaal gesproken wordt dit zonder demontage uitgevoerd, maar als er problemen worden vermoed, kan gedeeltelijke demontage nodig zijn.
Niet-destructief onderzoek (NDO)
Als visuele inspectie mogelijke problemen aan het licht brengt, moet er niet-destructief onderzoek worden uitgevoerd, waaronder:
Kleurstofpenetranttest
Ultrasoon testen
Magnetische deeltjestesten
Radiografisch (röntgen)onderzoek
Akoestische emissietesten
Met deze methoden worden scheuren, corrosie en materiaalmoeheid opgespoord die op het oppervlak niet zichtbaar zijn.
Functioneel testen
Controleer of alle bedieningselementen, schakelaars en indicatoren goed werken.
Elektrische of hydraulische systemen moeten indien nodig worden getest.
Uitgevoerd bij nominale snelheden voor alle kraanbewegingen (bijv. hijsen, rijden, zwenken) zonder last.
Doel: het detecteren van abnormale geluiden, trillingen of reactievertragingen.
Belastingstest
Uitgevoerd met een testbelasting (niet hoger dan de nominale capaciteit, tenzij vereist door lokale wetgeving).
Test hijs-, rij-, traverse- en zwenkbewegingen onder reële belastingomstandigheden.
Wordt gebruikt om de prestaties van de kraan onder werkelijke werkomstandigheden te verifiëren.
De frequentie van de belastingstest moet voldoen aan de plaatselijke wetten en veiligheidsvoorschriften.
Opmerking: Voor sommige nationale normen kan een testbelasting vereist zijn die de nominale capaciteit overschrijdt, om de veiligheidsmarge te verifiëren.
Noodhulp- en veiligheidsvoorzieningen voor bovenloopkranen
Referentie: ISO 9927 en OSHA 1910.179
Tijdens het gebruik van een bovenloopkraan kunnen zich verschillende noodsituaties voordoen, zoals een mechanische storing, verlies van controle over de last of een plotselinge stroomuitval. Om deze risico's te beheersen, vereisen zowel ISO 9927 als de OSHA-normen dat bovenloopkranen zijn uitgerust met noodremsystemen en andere noodhulpvoorzieningen. Machinisten moeten volledig getraind en voorbereid zijn om snel en veilig op dergelijke incidenten te reageren.
Nooduitrusting en paraatheid van de operator
Kranen moeten zijn uitgerust met noodstopknoppen, remsystemen en stroomonderbrekers.
Operators moeten worden opgeleid om onmiddellijk noodvoorzieningen te activeren om de beweging van de last te stoppen en, indien mogelijk, de last veilig te laten zakken zonder het risico te vergroten.
De hoofdschakelaar voor de stroomvoorziening moet duidelijk gemarkeerd en gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de apparatuur in noodsituaties snel kan worden uitgeschakeld.
Stroomuitval tijdens bedrijf
Zet de rem vast of activeer een ander veiligheidsmechanisme om onbedoelde bewegingen te voorkomen.
Koppel alle stroombronnen los of zet de koppeling in de neutrale stand.
Indien mogelijk, gebruik dan handmatige bediening van de rem om de hangende last veilig naar de grond te laten zakken.
Zorg ervoor dat de lading goed vastzit met hijsbanden of geschikte hijsmiddelen. Gebruik geen bouten of staaldraad om de kettingen te verbinden.
Vermijd het slepen van kettingen en stroppen over de grond.
Apparatuurstoring
Stop onmiddellijk de werkzaamheden en schakel de hoofdstroomvoorziening uit.
Hervat het werk pas nadat het probleem is vastgesteld en opgelost door gekwalificeerd personeel.
Verlies van lastcontrole
De operator moet kalm blijven, een waarschuwingssignaal activeren en onmiddellijk de hoofdstroomvoorziening uitschakelen.
Grondpersoneel moet de route van de lading vrijmaken.
Als de rem van het hijsmechanisme uitvalt en de haak of last snel naar beneden valt:
Gebruik de ‘jogging’-methode of omgekeerde bewegingsregeling om de fout te analyseren.
Als er sprake is van een mechanische remstoring, probeer dan herhaaldelijk de last op te tillen en naar een veilige plek te verplaatsen voordat u hem laat zakken. Schakel de stroom uit en meld u voor onderhoud.
Als er sprake is van een defect aan de elektrische rem, schakel dan de noodstop in, schakel de hoofdstroom uit en bel een reparatiebedrijf.
Reactie op elektrische brand
Schakel onmiddellijk de hoofdstroom uit.
Gebruik een CO₂- of droogpoederblusser.
Houd bij het blussen van een brand door elektrische apparatuur een veilige afstand aan:
Voor spanningen tot 10 kV: minimaal 0,4 meter
Voor spanningen 35 kV en hoger: minimaal 0,9 meter
Zorg bij het gebruik van CO₂-blussers voor goede ventilatie, houd 2–3 meter afstand en vermijd direct contact van droogijs met de huid.
Incidenten met elektrische schokken
Schakel onmiddellijk de hoofdstroomvoorziening uit.
Als het slachtoffer dreigt te vallen als hij uit de stroom wordt bevrijd, neem dan voorzorgsmaatregelen om secundaire verwondingen te voorkomen.
Nadat u de stroom hebt losgekoppeld, dient u onmiddellijk reanimatie of eerste hulp te verrichten en de hulpdiensten te bellen.
Ernstige ongevallen of verwondingen
Schakel de hoofdschakelaar uit.
Beveilig de plaats van het ongeval.
Meld het incident onmiddellijk aan de werkplaatsleiding.
Conclusie
De veilige bediening van bovenloopkranen is een essentieel onderdeel van industrieel veiligheidsmanagement. Of het nu gaat om nationale normen zoals GB/T 6067 of internationale regelgeving zoals OSHA 1910.179, deze kaders bieden duidelijke operationele richtlijnen en een wettelijke basis voor kraanveiligheid.
Zora Zhao
Expert in oplossingen voor bovenloopkranen/portaalkranen/zwenkkranen/kraanonderdelen
Met meer dan 10 jaar ervaring in de Crane Overseas Export Industry, heb ik meer dan 10.000 klanten geholpen met hun pre-sales vragen en zorgen. Als u gerelateerde behoeften heeft, neem dan gerust contact met mij op!
DGCRANE is geëngageerd aan het verstrekken van de professionele Overhead kraan producten en relavent dienst. Uitgevoerd naar meer dan 100 landen, 5000 + klanten kiezen ons, waard om worden vertrouwd.